HSC De Dijlebrassers

Statuten HSC De Dijlebrassers

Je kan de recentste versie van deze statuten hier downloaden.

    TITEL 1 Algemene bepalingen

    Hoofdstuk 1 Wezen van HSC De Dijlebrassers

  1. Hoogstudentenyclub De Dijlebrassers, afgekort ‘HSC De Dijlebrassers’, hierna ‘De Dijlebrassers’ genoemd, is een traditionele kleur dragende en streekgebonden hoogstudentenvereniging, ze heeft als doel sociale, culturele en sportieve activiteiten aan te bieden aan haar leden. De vereniging staat buiten alle politieke, godsdienstige of wijsgerige opvattingen, haar leden onderschrijven de gedachten zoals beschreven in de 'Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens’ en de voertaal is het Nederlands. De vereniging neemt als juridische structuur de vorm aan van een feitelijke vereniging.

    De Dijlebrassers is de heroprichting van de in 1982 en 2002 teloorgegane club met dezelfde naam (oorspronkelijk opgericht op 9 oktober 1975), die op haar beurt als voorgangers ‘De Maneblusser’ (°1963) en ‘De Mechelse Club’ had. De heroprichting vond plaats op 20 oktober 2006, te Gent, in het café de Salamander, om 19u10. De heroprichting is voor onbepaalde duur.

  2. De Dijlebrassers wordt overkoepeld door het Seniorenkonvent Ghendt, hierna ‘SK Ghendt’ genoemd en de Antwerpse Gilde, afgekort de ‘AG'. Deze overkoepelingen dienen te fungeren als platform voor het onderhouden van vriendschappelijke contacten met studentenverenigingen die eenzelfde of gelijkaardige belevenis van het clubleven, zoals omschreven onder titel 5 van deze statuten, nastreven. Ook zijn ze verantwoordelijk voor het organiseren van vereniging overschrijdende en bepaalde vormende activiteiten met een duidelijke studentikoze of sociale meerwaarde .

  3. Het bestuur van het SK Ghendt en de AG zijn gerechtigd om De Dijlebrassers te vertegenwoordigen bij de Gentse hogere onderwijsinstellingen en het stadsbestuur. Buiten deze bepalingen mogen de overkoepelingen in geen geval de werking van de vereniging overnemen of het bestuur vervangen.

  4. Hoofdstuk 2 Over deze statuten

  5. Deze statuten kunnen noch geheel, noch ten dele worden geschorst.Alle beslissingen genomen door één der organen van De Dijlebrassers die in strijd zijn met deze statuten zijn in beginsel ongeldig en onverbindend voor de leden.

  6. Buiten de in deze statuten bepaalde gevallen volgen De Dijlebrassers wat haar organisatie en werking betreft de Gentse studentikoze tradities en gebruiken zoals o.a. bepaald onder titel 5 van deze statuten. Deze dienen dus steeds als aanvulling gelezen te worden waar een bepaalde aangelenheid niet uitputtend geregeld werd, doch mogen ze hiermee niet in strijd zijn. Geschillen bij de toepassing van dit artikel worden beslecht door de Raad van Beheer.

  7. Elk lid moet steeds de mogelijkheid hebben de statuten in te kijken, hiertoe verbindt de club zich ertoe haar eigen statuten, alsook die van haar overkoepelingen te publiceren en gratis beschikbaar te stellen aan haar leden.

  8. Titel 2 Inrichting van De Dijlebrassers

    Hoofdstuk 1 De leden van De Dijlebrassers

  9. Lidmaatschap van De Dijlebrassers staat open voor iedereen die heeft kenbaar gemaakt lid te willen zijn, de kans heeft gekregen de statuten in te kijken en zich hiermee, al dan niet stilzwijgend, heeft akkoord verklaard. Ook dient men het eventuele lidgeld voor het lopende academiejaar betaald te hebben.

  10. Om te kunnen genieten van de financiële voordelen en om deel te kunnen nemen aan de gesloten activiteiten dient men te voldoen aan de voorwaarden zoals bepaald in het eerste lid van dit artikel, alsook is het statuut van schacht of ouderejaars vereist.

  11. De verschillende statuten van lidmaatschap van De Dijlebrassers zijn:

    • Gewoon lid: Iemand die voldoet aan de vereisten uit artikel 7, maar niet over een ander statuut beschikt. Het gewoon lidmaatschap is één jaar geldig en kan steeds verlengd worden.

    • Schacht: Een schacht is een lid dat voldoet aan de vereisten zoals bepaald in artikel 11 en zich, al dan niet stilzwijgend, kandidaat heeft gesteld voor het statuut van Ouderejaars en hiertoe deelnam of de intentie toont te zullen deelnemen aan de initiatieproeven voor schacht zoals bepaald onder Titel 5 Hoofdstuk 3 van deze statuten. Wanneer een schacht het statuut van ouderejaars definitief geweigerd wordt conform artikel 57 van deze statuten, verliest deze automatisch ook zijn/haar statuut van schacht.

    • Ouderejaars: Dit statuut wordt verleend aan de leden die hun periode als schacht succesvol beëindigd hebben en door de Algemene Vergadering aanvaard worden als Ouderejaars, zoals gespecificeerd onder Titel 5 Hoofdstuk 5 van deze statuten. Het statuut van Ouderejaars wordt toegekend voor het leven. De ouderejaars bestaan op hun beurt uit twee groepen:

      • Actieve leden: Ouderejaars die als student ingeschreven zijn aan een instelling voor hoger onderwijs en die het laatste volledige semester op minstens twee officiële clubactiviteiten aanwezig waren.

      • Oud-leden: Ouderejaars die niet meer voldoen aan de vereisten voor het actieve lidmaatschap.

  12. Buiten de in artikel 9 vermelde statuten zijn er nog drie uitzonderlijke statuten, namelijk:

    • Erelid is een bijzonder geval van het gewoon lidmaatschap. Personen die niet het op dat moment geldende bedrag aan lidgeld betalen, maar door een grotere geldelijke bijdrage of andere voordelen in natura de club steunen kunnen dusdanig van de Raad van Bestuur de titel Erelid krijgen. De vereisten voor het verkrijgen van het Erelidmaatschap alsook de eventuele financiële voordelen verbonden aan het Erelidmaatschap worden bepaald door de Raad van Bestuur. Het statuut van Erelid geldt voor één jaar en is cumuleerbaar met het statuut van schacht of ouderjaars, echter kan een gewoon lid in geen geval via deze weg het statuut van schacht of ouderejaars verkrijgen

    • Commilito Honoris Causa is een bijzonder geval van het statuut van Ouderejaars. Het is een titel die verleend wordt aan een persoon met uitzonderlijke verdiensten voor de club en/of het studentenleven in het algemeen. Indien een niet gedoopt en/of ontgroend lid van De Dijlebrassers benoemd wordt tot Commilito Honoris Causa, krijgt deze na zijn/haar benoeming automatisch het statuut van Ouderejaars en beschikt dusdanig over alle voordelen die aan dat statuut verbonden zijn. Personen die in aanmerking komen voor het ontvangen van deze titel worden voorgedragen door een ouderejaars aan de voorzitter van de Raad van Beheer, de beslissing tot benoeming wordt genomen door de Raad van Beheer. De titel van Commilito Honoris Causa wordt toegekend voor het leven.

    • De Clubpeter of –meter, steeds maximum één in aantal, van De Dijlebrassers, is iemand die in de ware geest van het peterschap de club bijstaat en/ of in zijn of haar zaak huisvest. De persoon die in aanmerking komt voor het ontvangen van deze titel, wordt voorgedragen door de Raad van bestuur. De beslissing tot benoeming wordt genomen door de Raad van Beheer. De titel wordt toegekend voor een periode van één jaar en kan stilzwijgend verlengd worden met telkens één jaar indien de Raad van Beheer geen nieuwe kandidatuur goedkeurt. De clubpeter mag gratis alle activiteiten van De Dijlebrassers bijwonen.

  13. Leden die zich kandidaat kunnen stellen voor het statuut van Ouderejaars en dusdanig de proefperiode als schacht mogen aanvatten, zijn de volgende:

    • Intra muros-leden: leden die gedomicilieerd zijn in, of minstens 4 jaar studies gelopen hebben aan een middelbare school in de Dijlestreek en studeren aan een Gentse hoger onderwijsinstelling. De Dijlestreek is het gebied zoals bepaald op de kaart en lijst van gemeenten in bijlage 1.

    • Extra muros-leden: leden die voldoen aan alle vereisten voor het intra muros-lidmaatschap op uitzondering van de streekgebonden vereisten zoals gespecificeerd in het eerste lid van dit artikel. Een extra-muros lid kan slechts uitzonderlijk aanvaard worden als schacht indien deze reeds ontgroend werd bij zijn of haar eigen streekclub en door stemming met een 2/3e meerderheid binnen de Raad van Bestuur. De beslissing tot het aanvaarden van een extra-muros lid als schacht dient goedgekeurd te worden door de Raad van Beheer en het aantal extra-muros leden onder de schachten mag nooit meer dan 1/5e bedragen.

  14. Hoofdstuk 2 De organen van De Dijlebrassers

    Afdeling 1 Algemene bepalingen

  15. De Dijlebrassers hebben drie organen:

    • de Algemene Vergadering, hiena de ‘AV’ genoemd;

    • het Dagelijks Bestuur, hierna het ‘Praesidium’ genoemd;

    • de Raad van Beheer, hierna de ‘Beheerraad’ genoemd.

  16. Wanneer een lid van een orgaan van De Dijlebrassers in die hoedanigheid naar buiten toe optreedt, of wanneer dit relevant geacht wordt, dient deze steeds de mening van de club te vertolken. Men dient steeds de eigen mening te onderscheiden van die van de club.

  17. Besluiten van één der organen dienen steeds te gebeuren op een legitieme vergadering van dit orgaan, dit wil zeggen dat tenzij anders bepaald hiervoor het volgende geldt:

    • Alle leden van het betreffende orgaan dienen aanwezig te zijn. Wanneer de vergadering plaatsvindt gedurende de lesperiodes en gedurende een redelijke termijn op voorhand algemeen aangekondigd werd, volstaat de aanwezigheid van de helft van de leden van het betreffende orgaan.

    • Besluiten dienen genomen te worden met een gewone meerderheid van de stemmen, ongeldige stemmen zijn tegenstemmen en blancostemmen worden afgetrokken van het totaal.

    • Om over stemrecht te beschikken dient men ouderejaars te zijn van De Dijlebrassers, andere leden beschikken slechts over een adviserende stem.

    • Bij staking der stemmen is de stem van de voorzitter van het betreffende orgaan doorslaggevend.

    • Stemmen met volmacht is niet toegestaan.

    • Er dient een deugdelijk verslag opgemaakt te worden van de vergadering, dat door alle leden dient geconsulteerd te kunnen worden.

  18. Afdeling 2 De Algemene Vergadering

  19. De AV is een orgaan bestaande uit alle schachten en ouderejaars van De Dijlebrassers en heeft als doel brede inspraak te verlenen m.b.t. een aantal belangrijke aangelegenheden en omstandigheden zoals verder gespecificeerd in deze statuten.

  20. De AV wordt voorgezeten door de huidige voorzitter van het Praesidium, bij de besluitvorming beschikt deze, alsook de leden van de Beheerraad en de Clubpeter van De Dijlebrassers over een dubbele stem. Bij staking der stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

  21. De AV komt jaarlijks minstens samen voor de volgende twee aangelegenheden; de Praesidiumverkiezing en de ontgroening, zoals beschreven onder Afdeling 4 van deze titel en Titel 5, Hoofdstuk 4 van deze statuten.

    Voorts kan er een AV samengeroepen worden op last van het Praesidium, de Beheerraad of op schriftelijke verzoek van minstens een kwart van de actieve ouderejaars van De Dijlebrassers, mits schriftelijke mededeling van het te behandelen onderwerp. Wanneer aan deze eisen voldaan is dient het Praesidium alle praktische voorzieningen te treffen voor de organisatie van deze vergadering. Indien het Praesidium verzaakt aan deze plicht binnen een redelijke termijn, kan de Beheerraad zich deze taak toeëigenen.

  22. De AV kan besluiten van het Praesidium en de Beheerraad vernietigen, dit dient te gebeuren met een 2/3e meerderheid van de uitgebrachte stemmen.

    Het eerste lid is niet van toepassing in procedures tot wijziging van deze statuten.

  23. Afdeling 3 Het Praesidium

  24. Het Praesidium is een orgaan dat belast is met het dagelijks bestuur van de vereniging en bestaat voor minstens 5/7e uit intra muros-ouderejaars.

  25. Bij voorkeur bestaat het Praesidium minstens uit een voorzitter, ondervoorzitter, secretaris, penningmeester en een schachtentemmer. Indien er onvoldoende kandidaten beschikbaar zijn bestaat het in zijn kleinste vorm uit een voorzitter, ondervoorzitter en penningmeester. Bij voldoende kandidaten kan er verder een voorzanger en zedenmeester aangeduid worden.

  26. De omschrijvingen van de verschillende functies zijn:

    • De voorzitter, ook wel ‘Praeses’ of ‘Senior’ genoemd, is belast met de leiding van het Praesidium, vertegenwoordigt de club naar buiten toe en onderhoudt de contacten met andere studentenverenigingen. Hij of zij zit alle vergaderingen en bijeenkomsten van de vereniging voor en neemt in het belang van de club alle maatregelen waartoe noodwendigheid zich dwingt, voor die beslissingen is de voorzitter verantwoording verschuldigd aan het Praesidium. De voorzitter neemt in naam van De Dijlebrassers deel aan de vergaderingen van het SK Ghendt en de Antwerpse Gilde.

    • De ondervoorzitter, ook wel ‘Vice-Praeses’ genoemd, steunt de voorzitter en de andere praesidiumleden in het uitvoeren van hun taken. Hij of zij vervangt de voorzitter of een ander bestuurslid bij diens afwezigheid en neemt dus al diens taken op zich zolang deze in onmacht verkeert.

    • De secretaris, ook wel ‘Ab-Actis’ genoemd, is verantwoordelijk voor de communicatie van de vereniging. Hij of zij houdt de notulen van de vergaderingen bij en verzorgt alle drukwerk en communicatie naar de leden en buitenstaanders toe. De secretaris is eveneens verantwoordelijk voor het beheer van de clubeigendommen.

    • De penningmeester, ook wel ‘Quaestor’ genoemd, is verantwoordelijk voor de financiën van de club. Hij of zij houdt het kasboek bij, beheert de bankrekening, onderhoudt de contacten met de bank en sponsors, int de (lid)gelden en is verantwoordelijk voor de organisatie van de winstgevende activiteiten. Voor betalingen die niet goedgekeurd werden door het Praesidium is de penningmeester zelf verantwoordelijk.

    • De schachtentemmer, ook wel ‘Schachtorum Maior’ genoemd, bekommert zich om de werving en opleiding en motivatie van de kandidaat-leden, ook wel ‘Schachten’ genoemd. Hij of zij organiseert de toelatingsproeven zoals de doop, jaaropdrachten, ontgroeningsexamen en ontgroening en neemt zoveel mogelijk deel aan de Schachtenkonventen van het SK Ghendt.

    • De voorzanger, ook wel ‘Cantor’ genoemd, is belast met het onderhouden en uitbreiden van de liederenkennis van de leden. Hij of zij organiseert de cantussen en neemt zoveel mogelijk deel aan de Cantorenkonventen van het SK Ghendt. De voorzanger is eveneens belast met de organisatie van de culturele activiteiten van de club.

    • De zedenmeester, ook wel ‘Censor’ genoemd, staat de senior bij in het handhaven van de tucht tijdens de Cantussen en andere activiteiten. De zedenmeester is eveneens verantwoordelijk voor de organisatie van de sportactiviteiten.

  27. Wanneer een Praesidiumlid vrijwillig ontslag neemt uit diens functie wordt deze functie opnieuw verkiesbaar gesteld op de eerstvolgende gelegenheid, zoals een AV, daarvoor ingericht. In geval van overmacht kiest het Praesidium zelf een geschikte kandidaat.

  28. Indien een Praesidiumlid ernstige fouten heeft gemaakt jegens de club of diens taken niet naar behoren uitvoert, kan tegen die persoon een motie van wantrouwen ingediend worden door elk praesidiumlid. De motie wordt aan de voorzitter gemotiveerd en schriftelijk medegedeeld, de betreffende persoon en de voorzitter van de Beheerrraad worden hiervan schriftelijk en telefonisch op de hoogte gesteld.

    De motie wordt als eerste punt behandeld op de volgende legitieme Praesidiumvergadering die minstens 5 dagen na het bekendmaken van de motie plaatsvindt en waarop de persoon tegen wie de motie werd ingediend de kans krijgt zich te verdedigen. De motie wordt aangenomen met minstens 2/3e van de uitgebrachte stemmen, ongeldige stemmen zijn tegenstemmen en blanco stemmen worden afgetrokken van het totaal. De vrijgekomen functie wordt opnieuw open gesteld op de eerstvolgende gelegenheid, zoals een AV daarvoor ingericht. In geval van overmacht kiest het Praesidium zelf een geschikte kandidaat.

  29. De in artikelen 22 en 23 beschreven procedures zijn niet van toepassing in het geval van de voorzitter van het Praesidium.

    Een motie van wantrouwen tegen de voorzitter kan enkel behandeld worden door de AV, op een gelegenheid daarvoor ingericht zoals beschreven onder artikel 17 tweede lid. Wanneer de motie van wantrouwen tegen de voorzitter aangenomen wordt of wanneer de voorzitter vrijwillig ontslag neemt, dienen er volledig nieuwe Praesidiumverkiezingen georganiseerd te worden zoals beschreven onder Afdeling 4 van deze titel op een AV daarvoor ingericht, dit kan dezelfde AV zijn waarop de motie van wantrouwen behandeld werd.

  30. Wanneer een Praesidiumlid ontslag neemt, of indien een motie tegen hem of haar wordt aangenomen, wordt het desbetreffende Praesidiumlid meteen uit diens functie ontheven en is deze verplicht alle clubeigendommen die hij/zij in het bezit heeft aan de club terug te geven. De ondervoorzitter neemt de vrijgekomen functie waar tot er een nieuwe kandidaat verkozen wordt.

  31. Afdeling 4 Verkiezing van het Praesidium

  32. De Praesidiumverkiezing is een AV die speciaal daarvoor is ingericht en traditioneel, doch niet noodzakelijk, samenvalt met een cantus, de Kiescantus genaamd. Alle Ouderejaars die zich kandidaat wensen te stellen voor een functie dienen voor de aanvang van het kiesgedeelte aanwezig te zijn. Bij de aanvang dienen artikelen 19 tot en met 30 van de statuten, betreffende de organisatie van het kiesgedeelte voorgelezen te worden.

    Voor er met het verkiezen van een bepaalde functie wordt gestart, dient de respectievelijke functiebeschrijving zoals deze vermeld zijn in artikel 21 van de statuten voorgelezen te worden.

  33. Voor de start van het kiesgedeelte wordt een kiescommissie samengesteld bestaande uit de voorzitter, de secretaris en een afgevaardigde van de Beheerraad, waarbij de laatste geen kandidaat is voor een Praesidiumfunctie. De voorzitter leidt de verkiezingen, de secretaris verdeelt en telt te stemmen, de afgevaardigde van de Beheerraad controleert de stemmen en leest de statuten voor.

    Het totaal aantal stemmen wordt voor de start van de verkiezingen bepaald, leden die later toekomen verliezen hun stemrecht, een lid dat vroegtijdig de verkiezingen verlaat verliest zijn/haar stem en deze wordt van het totaal aantal stemmen afgetrokken.

    Het is toegelaten zich voor verschillende functies kandidaat te stellen zolang men nog niet voor een functie verkozen is.

  34. De verkiezing van de voorzitter verloopt volgens de volgende procedure:

    • Eerste ronde: alle kandidaten dienen intra muros actieve ouderejaars te zijn en hebben minstens één jaar praesidiumervaring, om verkozen te worden dient men minstens 2/3e van de stemmen te halen.

    • Tweede ronde: alle kandidaten dienen intra muros actieve ouderejaars te zijn, om verkozen te worden dient men minstens een 2/3e van de stemmen te halen.

    • Derde en volgende rondes: alle kandidaten dienen intra muros actieve ouderejaars te zijn, om verkozen te worden dient men een gewone meerderheid van de stemmen te halen, bij elke ronde valt de kandidaat met het minst aantal stemmen af. Vanaf de derde ronde heeft elke overgebleven kandidaat het recht om een advocaat voor zich te laten pleiten.

  35. De verkiezing van de andere Praesidiumfuncties verloopt volgens de volgende procedure:

    • Eerste ronde: alle kandidaten dienen intra muros actieve ouderejaars te zijn, de kandidaten voor ondervoorzitter hebben minstens één jaar praesidiumervaring, de kandidaten voor penningmeester dienen het komende jaar voor minstens 32 studiepunten ingeschreven te zijn aan de Universiteit Gent. Om verkozen te worden dient men minstens de helft plus één van de stemmen te halen.

    • Tweede ronde: alle kandidaten dienen actieve ouderejaars te zijn, de kandidaten voor penningmeester dienen het komende jaar voor minstens 32 studiepunten ingeschreven te zijn aan de Universiteit Gent. Om verkozen te worden dient men minstens de helft plus één van de stemmen te halen.

    • Derde en volgende rondes: alle kandidaten dienen actieve ouderejaars te zijn, om verkozen te raken dient men een gewone meerderheid van de stemmen te halen, bij elke ronde valt de kandidaat met het minst aantal stemmen af. Vanaf de derde ronde heeft elke overgebleven kandidaat het recht om een advocaat voor zich te laten pleiten.

  36. Na de verkiezingen treedt het nieuw verkozen Praesidium meteen in functie, het oude bestuur verliest al diens bevoegdheden. Het oude bestuur stelt alles in het werk voor een vlotte overdracht van functies en clubeigendommen aan het nieuwe bestuur.

    Het mandaat van het Praesidium is geldig voor één jaar, daarna dient het Praesidium nieuwe verkiezingen te organiseren zoals beschreven in deze afdeling. In de gevallen waarbij artikel 24 van deze statuten van toepassing is vervolmaakt het nieuwe Praesidium de termijn van haar voorganger alvorens over te gaan tot nieuwe verkiezingen.

  37. Afdeling 5 De Beheerraad

  38. De Beheerraad is een orgaan bestaande uit intra muros-ouderejaars van De Dijlebrassers en heeft als doel te waken over de werking van de vereniging, de instandhouding van haar tradities en het naleven van de statuten.

  39. De besluitvorming van de Beheerraad verloopt steeds volgens de volgende standaardprocedure, die in het geheel op zijn minst schriftelijk dient te verlopen.

    • Eén of meerdere leden van de Beheerraad dienen schriftelijk een voorstel in bij de voorzitter.

    • De voorzitter communiceert dit voorstel met alle leden van de Beheerraad. De leden krijgen hierna één week de tijd om zich uit te spreken over het al dan niet behandelen van dit voorstel. Deze beslissing gebeurt met minstens de helft van de uitgebrachte stemmen, ongeldige stemmen zijn tegen stemmen, blanco en niet uitgebrachte stemmen worden afgetrokken van het totaal. Bij staking der stemmen is de stem van de voorzitter van de Beheerraad doorslaggevend.

    • Indien de Beheerraad een voorstel wenst te behandelen, krijgen haar leden weerom één week de tijd om te stemmen over het al dan niet aanvaarden van het ingediende voorstel. Deze beslissing gebeurt met minstens 2/3e van de uitgebrachte stemmen, ongeldige stemmen zijn tegen stemmen, blanco en niet uitgebrachte stemmen worden afgetrokken van het totaal. Bij staking der stemmen is de stem van de voorzitter van de Beheerraad doorslaggevend.

  40. De Beheerraad kan beslissingen van het Praesidium vernietigen en/of deze van een bindend advies voorzien. De Beheerraad zal dit recht echter enkel gebruiken in uitzonderlijke gevallen, het beheersorgaan mag in geen enkel geval fungeren als vervanging voor het dagelijks bestuur.

    Alle kandidaturen tot lidmaatschap van de Beheerraad, op uitzondering na van het onder artikel 35 tweede lid beschreven geval, worden behandeld conform de onder artikel 32 beschreven besluitvormingsprocedure. Voorstellen tot schorsing van een lidmaatschap worden eveneens behandeld conform deze procedure.

  41. Leden kunnen vrijwillig ontslag nemen door schriftelijke mededeling aan de voorzitter, die dit communiceert met de overige leden van de Beheerraad.

  42. De zittende Praeses van De Dijlebrassers wordt bij zijn aantreden waarnemend lid van de Beheerraad, hij ontvangt in die hoedanigheid alle interne communicatie, in de besluitvorming bezit hij of zij enkel een adviserende stem.

    De zittende Praeses wordt bij zijn uittreden eenmalig automatisch lid van de Beheerraad. Indien een lid van de Beheerraad verkozen wordt voor een Praesidiumfunctie verliest deze zijn effectief lidmaatschap van het beheersorgaan. Hij of zij treedt automatisch terug toe als volwaardig lid aan het einde van zijn/haar mandaat als Praesidiumlid.

  43. De voorzitter van de Beheerraad is verantwoordelijk voor de interne communicatie binnen het orgaan, alsook de communicatie met het Praesidium. Wanneer de uittredende Praeses volwaardig lid wordt van de Beheerraad zoals beschreven in artikel 35 tweede lid, vervangt deze automatisch de huidig voorzitter van de Beheerraad.

    Een motie van wantrouwen en eventuele verkiezingen voor het voorzitterschap worden behandeld conform de onder artikel 32 beschreven besluitvormingsprocedure.

    Het staat de voorzitter van de Beheerraad vrij ontslag te nemen. Bij ontslag van de voorzitter van de Beheerraad worden er verkiezingen gehouden conform de onder artikel 32 beschreven besluitvormingsprocedure.

  44. Aanpassingen aan de volgende onderdelen van deze statuten dienen na het doorlopen van de procedure zoals beschreven onder titel 6, artikel 59 eveneens goedgekeurd te worden door de Beheerraad gebruik makende van de onder artikel 32 beschreven besluitvormingsprocedure:

    • Titel 1, hoofdstuk 2;

    • Titel 2, art. 17, art. 18 en afdeling 5;

    • Titel 5 hoofdstuk 1, hoofdstuk 2 en art. 51;

    • Titel 6 art. 58 en 59.

    Coördinatie van de statuten kan de kracht van dit artikel niet te niet doen, in welk geval voor wat de geest van dit artikel betreft de oude corresponderende artikelnummering blijft behouden.

  45. Titel 4 De Werking

    Hoofdstuk 1 De Actieve Werking

  46. Het Praesidium van De Dijlebrassers is verantwoordelijk voor de organisatie van de actieve werking, dit wil zeggen alle activiteiten en aangelegenheden van de club uitgezonderd deze speciaal ingericht voor de oud-leden.

  47. Om de goede werking van de club te garanderen verbindt het Praesidium zich ertoe, tenzij in geval van overmacht, minstens één maal per maand tijdens de lesperiodes in persoon te vergaderen.

    Leden van de Beheerraad en de clubpeter mogen steeds de vergaderingen van het Praesidium bijwonen met een adviserende stem.

  48. Elke ouderejaars van De Dijlebrassers heeft het recht aanwezig te zijn op een praesidiumvergadeing met een specifieke vraag in verband met de werking van de club. Dit dient op voorhand gecommuniceerd te worden aan de voorzitter en de secretaris van De Dijlebrassers. De ouderejaars in kwestie mag enkel aanwezig zijn voor de duur van de bespreking van het betrokken agendapunt.

  49. Het Praesidium kan specifieke taken en beslissingen delegeren aan een lid van het Praesidium, bijvoorbeeld zoals aangegeven in de functieomschrijvingen van titel 2, afdeling 3, artikel 21 van deze statuten. Voor alle gedelegeerde taken blijft het gehele Praesidium verantwoordelijk. Elk Praesidiumlid is dan ook wat zijn of haar taken betreft steeds verantwoording verschuldigd aan het gehele Praesidium.

  50. Het eventuele lidgeld wordt bepaald door de Raad van Bestuur voor de aanvang van het academiejaar en is op uitzondering van het in artikel 10, eerste lid bepaalde geval voor alle leden gelijk en blijft constant voor dat gehele academiejaar. De penningmeester mag voor elke activiteit die de club organiseert of waar de club aan deelneemt een financiële bijdrage vragen van de leden, op voorwaarde dat deze activiteit kosten meebrengt voor de club, of het de club ten goede komt.

  51. Elk lid heeft ten allen tijde het recht om de boekhouding van de vereniging in te kijken, hiertoe volstaat een gemotiveerde vraag aan de penningmeester.

  52. Bij het verwerken, bijhouden en delen van de persoonlijke gegevens van de leden, dient de Raad van Bestuur steeds de privacy van de leden te respecteren. Zo mogen deze gegevens nooit gedeeld worden, extern of intern, met een doel dat geen deel uitmaakt van de werking van De Dijlebrassers. De Raad van Bestuur dient ook na een geoorloofde deling op te volgen opdat de personen en/of organen waaraan de informatie gedeeld werd, de privacy van de leden respecteren.

  53. Hoofdstuk 2 De Oud-ledenwerking

  54. De Beheerraad van De Dijlebrassers is verantwoordelijk voor de organisatie van de oud-ledenwerking, dit wil zeggen de activiteiten en aangelegenheden speciaal ingericht voor de oud-leden.

  55. De Beheerraad kan de gehele organisatie van de oud-ledenwerking of een deel daarvan delegeren aan één of meer van haar leden, of aan het Praesidium. Voor alle gedelegeerde taken zijn deze zelf verantwoordelijk.

  56. Titel 5 Tradities en Gebruiken

    Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

  57. Uitgezonderd de in deze statuten gespecifieerde gevallen, volgen De Dijlebrassers de studentikoze gebruiken zoals gespecifieerd in de ‘Clubcodex en Liederboek Gent’, eerste aangepaste druk van 2012, zoals uitgeven door het Studentikoos Centrum Ghendt, meer bepaald onder het deel ‘Clubcodex’.

  58. Hoofdstuk 2 Uiterlijke kenmerken en symbolen

  59. De clubkleuren van De Dijlebrassers zijn Rood-Wit-Geel, met Rood als de hoofdkleur. Het clublied is de tekst in bijlage 2, geschreven door Mark Uytterhoeven op de melodie van 'Het triomfantelijk lied van de Zilvervloot'. Het uitzicht, de afbeelding en de proporties van het schild zoals afgebeeld in bijlage 3 dienen steeds gerespecteerd te worden.

  60. Leden met het statuut van schacht hebben het recht om een clublint van 27 mm breed te dragen over hun linkerschouder, leden met het statuut van Ouderejaars over de rechterschouder. De voorzitter is gerechtigd een lint te dragen van 12 cm breed, voorzien van een sjerp met gouden franjes, het clubschild en opdruk die zo goed mogelijk de weergave zoals in bijlage 4 benadert. De overige Praesidiumleden zijn gerechtigd een lint te dragen van 9 cm breed, zonder sjerp, met het schild van Mechelen en opdruk die zo goed mogelijk de weergave zoals in bijlage 5 benadert.

  61. Hoofdstuk 3 Initiatieproeven

    Afdeling 1 Doop
  62. Voor het verkrijgen van het statuut van schacht dient een lid deel te nemen aan de initiatieproeven, ook wel ‘Doop’ genoemd, die daartoe georganiseerd worden door het Praesidium, meer bepaald door de schachtentemmer.

  63. De Doop is ludiek van aard, zo mogen de kandidaat schachten in geen geval:

    • opzettelijk vuil gemaakt worden;

    • gedwongen worden tot het drinken van alcohol;

    • gedwongen worden tot het plegen van strafbare feiten.

  64. Elk lid dat voldoet aan de vereisten zoals bepaald in artikelen 7 en 11 van deze statuten en in voldoende mate deelnam aan de Doop, krijgt op deze gelegenheid automatisch het statuut van schacht, na voltrekking van de daartoe gangbare gebruiken.

  65. Afdeling 3 Jaaropdrachten
  66. Het Praesidium kan jaaropdrachten opleggen aan de schachten. Dit zijn opdrachten die de schacht dient te voltooien tegen de datum van de stemming over de voordracht tot ontgroening, zoals bepaald in artikel 55 van deze titel.

    Onder de jaaropdrachten valt op zijn minst het in het algemeen voldoende aanwezig zijn van de schacht op activiteiten van De Dijlebrassers.

  67. Afdeling 4 Ontgroeningsexamen
  68. Minstens één maal per jaar organiseert het Praesidium een ontgroeningsexamen. Dit is een proef waar de schachten die wensen ontgroend te worden, worden getest naar hun kennis over de club en de studentikoze gebruiken.

  69. Hoofdstuk 4 Ontgroening

  70. Schachten die deelnamen aan de initiatieproeven komen in aanmerking voor ontgroening. Het praesidium beslist welke schachten in aanmerking komen om ontgroend te worden en hiertoe ter stemming voorgedragen worden aan de AV. Tegen deze beslissing staat beroep open bij de Beheerraad.

  71. De beslissing tot ontgroenen wordt genomen door de AV, waarna de ontgroening plaatsvindt in volgorde van verdiensten in de initiatieproeven, zoals bepaald door het Praesidium.

    De schachtentemmer en de peter/meter treden op als advocaat van hun schacht(en).

  72. Wanneer de AV negatief stemt over de ontgroening van een schacht, dient er een tweede stemming gehouden te worden om te beslissen of de ontgroening uitgesteld al dan niet definitief geweigerd wordt.

  73. Titel 6 Aanpassing of betwisting van de Statuten

  74. Betwistingen of onduidelijkheden betreffende de statuten worden beslecht door de Beheerraad, rekening houdend met de statuten van het SK Ghendt en de AG.

  75. De statuten kunnen enkel gewijzigd worden, op uitzondering van het onder artikel 60 gespecifieerde geval, onder de volgende voorwaarden:

    • Het punt moet op de agenda staan en een eventueel ontwerp tot wijziging moet minstens een week op voorhand verdeeld worden ter inzage.

    • Het voorstel tot wijzigen moet worden besproken op een Praesidiumvergadering waar tenminste 2/3e van het Praesidium op aanwezig dient te zijn en desgevallend geamendeerd.

    • Het aldus besproken en geamendeerd ontwerp wordt voorlopig goedgekeurd met een 2/3e meerderheid van de uitgebrachte stemmen, ongeldige stemmen zijn tegenstemmen en blanco stemmen worden afgetrokken van het totaal.

    • Indien het nieuwe ontwerp voorlopig werd goedgekeurd, dienen alle actieve leden van De Dijlebrassers en de Beheerraad zo snel mogelijk op de hoogte gebracht te worden. Het voorlopig goedgekeurde ontwerp dient schriftelijk verspreid te worden onder de leden. Elk lid kan het ontwerp aanvechten, dit dient te gebeuren binnen de week volgend op de bekendmaking van de voorlopige goedkeuring en verspreiding van het betreffende ontwerp. In dat geval dient een AV samengeroepen te worden waarop de statuten gestemd en geamendeerd kunnen worden conform de standaardprocedures van dit orgaan.

  76. Voor het wijzigen van spellingfouten en de coördinatie van de statuten mag de volgende verkorte procedure toegepast worden:

    • Het punt moet op de agenda staan.

    • Het voorstel tot wijzigen moet worden besproken op een legitieme Praesidiumvergadering en desgevallend geamendeerd.

    • Het aldus besproken en geamendeerd ontwerp wordt goedgekeurd met een 2/3e meerderheid van de uitgebrachte stemmen, ongeldige stemmen zijn tegenstemmen en blanco stemmen worden afgetrokken van het totaal.

    • Indien het nieuwe ontwerp werd goedgekeurd, dient de Beheerraad zo snel mogelijk op de hoogte gebracht te worden. Het goedgekeurde ontwerp dient na aflopen van de beroepstermijn van de beheerraad schriftelijk verspreid te worden onder de leden. Elk lid van de Beheerraad kan het ontwerp aanvechten, dit dient te gebeuren binnen de week volgend op de bekendmaking van de goedkeuring en verspreiding van het betreffende ontwerp. In dat geval wordt de wijziging vernietigd. De verkorte procedure zoals gespecificeerd in dit artikel kan slechts één maal ingeroepen worden voor eenzelfde of sterk gelijkaardige statutenwijziging, hierna kan enkel nog de standaardprocedure zoals beschreven in artikel 59 ingeroepen worden.

  77. Titel 7 Slotbepaling

  78. Deze statuten werden laatst gewijzigd op 25 februari 2014.

  79. Titel 8 Bijlagen

    Bijlage 1 Kaart Dijlestreek

    Bijlage 2 Clublied

    Zie clublied.

    Bijlage 3 Schild

    Zie schild.

    Bijlage 4 Praeseslint

    Bijlage 5 Praesidiumlint